.

.
‘Abduction of Europa’ (Rembrandt Harmensz. van Rijn, Amsterdam - 1632 - fragment)

vrijdag 31 januari 2020

Dikastofobie - een gevaarlijke strategie om rechters en de rechtsstaat te intimideren

Film still uit Nosferatu, 1922
‘Dikastofobie’ betekent angst voor rechters. Het begrip - dat uit mijn oratie komt - is een vorm van fear mongering die in tijden van maatschappelijke en politieke onrust de kop opsteekt. Angst voor rechters wordt eerst door populisten gekweekt (met name op sociale media) en daarna als politiek instrument ingezet in de strijd om macht en machtsbehoud. De karaktermoord op rechters door de Poolse regering is er een goed voorbeeld van.

Een crisis in een rechtsstaat begint meestal bij de rechters. Zij zijn immers een gemakkelijk doelwit. Alexander Hamilton, een van de grondleggers van de Amerikaanse Grondwet, noemde rechters in 1788 al “the least dangerous branch of government” - de minst gevaarlijke van de drie staatsmachten. Rechters zijn immers voor bijna álles afhankelijk van de wetgevende en de uitvoerende macht: voor hun benoeming, voor hun bevoegdheden, voor hun budget, salaris en hun huisvesting, voor de wetten die zij moeten toepassen en voor de uitvoering van hun vonnissen. "It may truly be said", schreef Hamilton over de rechterlijke macht, "to have neither force nor will, but merely judgment."  

Rechters zijn bovendien extra kwetsbaar omdat zij, zonder dat zij hun beslissingen kunnen afdwingen, de politieke machten moeten corrigeren als zij hun bevoegdheden overschrijden. Rechters moeten – binnen de grenzen van hun taak – al het mogelijke doen om die machten te waarschuwen, af te remmen of bij te sturen, als ontwikkelingen in strijd komen met het recht. Dat is de kern van de democratische rechtsstaat: gebondenheid van de overheid aan gemaakte afspraken en het recht, en respect van de meerderheid voor gerechtvaardigde belangen van de minderheid. 

Maar ‘dikastofoben’ zullen de hindermacht die rechters in een rechtsstaat soms moeten zijn altijd framen als een ondemocratisch gevaar. Zij zullen de rechtspraak voorstellen als een politiek niet-verantwoordelijke elite die een bedreiging vormt voor ‘de democratie’. Maar hun bezorgdheid voor de democratie strekt niet verder dan hun eigen belang. Dikastofoben willen rechters laten spartelen in een door hen gecreëerd legitimatievacuüm. Vandaar ook dat zij een valse tegenstelling scheppen tussen het ‘eigen’ en het ‘vreemde’ recht. Zo worden rechters die Europees recht of mensenrechtenverdragen moeten toepassen suspect gemaakt. Alsof wij, Nederlanders, niet zelf die buitenlandse betrekkingen zijn aangegaan en alsof wij buiten de internationale rechtsorde (willen) vallen.

De vrees voor een gouvernement des juges is trouwens geen reële angst. Rechters hanteren, anders dan politici, geen beleidsmatige vergezichten. Zij denken niet in termen van macht maar zoeken, binnen de grenzen van het recht, naar oplossingen voor concrete rechtsvragen in individuele zaken. Geruchtmakende kwesties van de afgelopen tijd, zoals de Urgenda-klimaatzaak, de stikstof-uitspraken of het terughalen van IS-kinderen, vormen daarop geen uitzondering.

Dikastofobie wordt door nationalisten en populisten in jonge democratieën als Polen en Hongarije zichtbaar ingezet tegen rechters en magistraten. Met als doel ontslag en intimidatie van rechters en het afdwingen van politiek welgevallige beslissingen. Daardoor dreigt rechtspraak in die landen een kwestie van Zivilcourage te worden. Niet alleen voor rechters, maar ook voor aanklagers en advocaten. Voor het eerst in de geschiedenis van de Europese Unie moeten wij ons nu echt zorgen maken over de rechtsstatelijkheid van andere lidstaten. 

Aanvallen op de rechterlijke macht, zoals wij die nu zien in Polen, liggen bij ons minder voor de hand. Dat heeft te maken met factoren als ons kiesstelsel, dat niet snel tot absolute meerderheden leidt; met politiek-strategisch inzicht en temperament van een klein land dat zijn plaats in het internationale krachtenveld kent, en vooral met handelsbelangen die doorslaggevend zijn voor onze welvaart. De hoge prijs van Europese uitsluiting zullen wij niet willen betalen. 

Maar ook hier zien wij dikastofobie de kop opsteken. Zo ‘waarschuwde’ de fractievoorzitter van Forum voor Democratie, Thierry Baudet onlangs op Twitter “voor de sluipende machtsgreep die de rechterlijke macht in Nederland onderneemt. De democratie wordt steeds verder buitenspel gezet. Dikastocratie (de heerschappij van rechters, MdW) is de achilleshiel van de rechtsstaat.”


Daarom kunnen wij van de zorgelijke ontwikkelingen in Oost-Europa toch iets leren. Namelijk dat rechters veel kwetsbaarder zijn dan de term “derde staatsmacht” suggereert. Machtenscheiding en rechterlijke onafhankelijkheid leiden niet vanzelf tot een evenwicht tussen de staatsmachten. Bepalend voor dat evenwicht is de ruimte die rechters in de praktijk wordt gegund in een staatsbestel, om het parlement en de regering effectief te controleren. Dikastofobie is daarom een gevaarlijke politieke strategie om overheidsmacht niet door rechters te laten controleren. Wie moedwillig het vertrouwen in rechters ondermijnt zet de bijl aan de wortel van de rechtsstaat.

Marc de Werd is senior raadsheer bij het Gerechtshof Amsterdam en hoogleraar Rechtspleging aan de Universiteit van Amsterdam.




















Deze blog verscheen eveneens in de
Volkskrant, 3 februari 2020 en in het Nederlands Juristenblad van 4 februari 2010





Geen opmerkingen:

Een reactie posten